Het is heel normaal dat baby’s achtermelk krijgen. Dit komt omdat ze nog steeds leren hoe ze moeten drinken. Hoe weet je of baby achtermelk krijgt? In dit artikel lees je het!
Wat is achtermelk?
Achtermelk is de melk die je baby krijgt na de voeding. Het is dunner dan voormelk en bevat meer voedingsstoffen. Achtermelk is goed voor de spijsvertering van je baby en helpt bij het opbouwen van weerstand.
Hoe herken je aan de baby dat hij achtermelk krijgt?
Een baby die achtermelk krijgt, kan dat op verschillende manieren laten merken. Sommige baby’s laten bijvoorbeeld vaker dan normaal oprispingen horen of krijgen last van boeren. Andere baby’s kunnen onrustig worden en huilen tijdens of na het drinken van melk. Baby’s die achtermelk krijgen, kunnen ook last krijgen van buikkrampjes.
Is achtermelk schadelijk voor de baby?
Achtermelk is de melk die achterblijft in de borst na het geven van voeding. Het kan schadelijk zijn voor de baby als deze melk niet goed uitgeknepen wordt. Dit kan leiden tot diarree of maagkrampen.
Kan ik iets doen om te voorkomen dat mijn baby achtermelk krijgt?
Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om ervoor te zorgen dat je baby geen achtermelk krijgt. Eerst en vooral is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je baby genoeg drinkt. Zorg ervoor dat je baby minstens 8 tot 10 flesjes per dag drinkt, zodat er voldoende vocht in het lichaam aanwezig is. Daarnaast is het ook belangrijk om de juiste voeding te geven aan je baby. Geef je baby borstvoeding of flesvoeding? Zorg ervoor dat je de juiste voeding geeft die geschikt is voor de leeftijd van je baby. Het is ook belangrijk om te letten op de hoeveelheid voeding die je baby eet. Geef je baby niet te veel voeding in één keer, want dan kan het zijn dat er teweinig ruimte overblijft voor de maagzuur om af te breken en je baby kan achtermelk krijgen.
Alternatieven voor het geven van achtermelk
Als je baby achtermelk krijgt, is er een aantal dingen dat je kunt doen om ervoor te zorgen dat hij of zij genoeg voeding krijgt. Je kunt bijvoorbeeld:
– Extra voeden tijdens de maaltijden;
– Ondersteunende voeding geven zoals vloeibare voeding of pap;
– Het geven van extra drinkvoeding tussen de maaltijden door;
– Het geven van een speciale achtermelkvoeding.